Reportages
Op 7 oktober 2017 was het vijf jaar geleden dat Ivo Michiels overleed. Lars Bernaerts en Sigrid Bouset vroegen aan acht auteurs en aan zijn echtgenote om hun geliefde auteur sprekend in leven te houden.
Op zondag 8 oktober om 11 u. werd dit huldenummer van DW B ...
Gedichten
Op een blakende dag in juli
beving mij een hevig verlangen
naar krokussen.
Naar paarse popjes, wachtend
op hun eerste dag in de klas,
stil, als een muis zo stil.
Boven en onder hun hoofden
ruist het natte groen en grijs
van de grote jongens, van
lange boom en strekkend gras.
En heel ver omhoog
glijdt in vol ornaat
de stand der wolken,
het hof van de zon.
Nu met wijdopen ogen, dan weer
als krimpende scharminkels
drinken ze die dingen in,
de krokussen.
Later, veel later, wanneer
de blakerende zon schaduwen
hamert uit blauw en goud,
en myriaden rozen tetteren
in schellak rozerood,
later, dan zijn ze gaan slapen,
de krokussen. Je mag ze niet
wakker maken, tot ze weer
wakker zijn, ver weg is dat,
in de barse koelte van
groen en grijze tijden
is dat.
Er zijn dwingende aanwijzingen
dat de meeste haaien in hun vorig leven
veldmuis waren. Eerst en vooral
verklaart dit de verstarring in hun ogen;
verbijsterd zwemmen ze rond
in hun weergaloos nieuwe
haaienpak en denken met weemoed
aan takjes, bessen en heerlijke zaden.