Reportages
Op 7 oktober 2017 was het vijf jaar geleden dat Ivo Michiels overleed. Lars Bernaerts en Sigrid Bouset vroegen aan acht auteurs en aan zijn echtgenote om hun geliefde auteur sprekend in leven te houden.
Op zondag 8 oktober om 11 u. werd dit huldenummer van DW B ...
Gouaches découpés: over Nu is al te laat van Erik Spinoy
In de openingsregel van het gedicht ‘De geest is dus een bot’ van zijn jongste bundel Nu is al te laat (2015) citeert Erik Spinoy Blaise Pascal: ‘De draak steken met de filosofie, dat is waarlijk filosoferen’ (‘Se moquer de la philosophie, c’est vraiment philosopher’). De dichter zet daar een eigen aforisme tegenover: ‘De poëzie uitlachen: dat is pas poëzie.’ Wie het oeuvre van Spinoy een beetje kent, hoeft zich over die uitlating niet te verbazen. Parodie en pastiche vormen immers vertrouwde procedés in dit werk, waarin het verlangen naar het verhevene nooit losstaat van de ironisering daarvan. En toch: in Nu is al te laat wordt de troon van de poëzie soms tamelijk rigoureus omgestoten. Neem de openingsstrofe van ‘Wanneer ik nee zeg is het nee’:
Attika gevallen: naar de maan, om zeep, kaputt.
Waar de godenzonen sliepen in hun marmeren hallen
waar hij boven Tina eens met valken eksters vloog
staat op hoge poten nu, Adamas, stom en roerloos
onze kraan alleen.
(Ha-Ha-Hölderlin)
In deze regels creëert Spinoy zijn eigen Hölderlin. In eerste instantie alludeert hij op diens gedicht ‘Griechenland’ (1794): ‘Attika, die Riesin, ist gefallen, / Wo die alten Göttersöhne ruh’n, / Im Ruin gestürzter Marmorhallen / Brütet ew’ge Todesstille nun’. Het hier verwoorde verval – de eeuwige doodstilte, zogezegd – projecteert Spinoy vervolgens op Adamas, de leermeester die Hölderlins beroemde held Hyperion inwijdde in de klassieken. Hij staat weliswaar nog altijd op spreekwoordelijke hoge poten, maar hij is toch ook ‘stom en roerloos’ (en bovenal ‘alleen’) geworden: de romantische ankerpunten van deze ‘kraan’ of ‘bolleboos’ behoren tot het verleden. Attika is gevallen en Hölderlin een schim van vroeger, bijna een grap. Hier regeert dan ook een ‘Ha-Ha-Hölderlin’ – de poëzie uitlachen, dat is pas poëzie.
Het vervolg van deze tekst lees je in de bovenstaande pdf.